Osteoporose

Bij botontkalking verliezen de botten botmassa. Dit wordt veroorzaakt door ontkalking en door aantasting van de micro- architectuur. Door te weinig en een te traag verlopende botopbouw die de natuurlijke botafbraak. moet compenseren, worden de botten inwendig poreus. Hierdoor verliezen ze hun oorspronkelijke stevigheid en worden de botten broos. Met als gevolg dat de kans op fracturen toeneemt. Als ze zo dun en broos zijn geworden dat ze makkelijk kunnen breken, wordt er gesproken over osteoporose. Het proces van osteoporose verloopt als een dief in de nacht; onzichtbaar. Zolang er geen botbreuk optreedt, merkt je niets. Je kunt als 30 % van de botmassa hebben verloren op het moment dat men een bot breekt. De plaatsen die het meest breken ten gevolgen van botontkalking zijn de pols, de wervelkolom, de kleine bekkenring en de heup. Normaal gesproken vernieuwt het botweefsel zich voortdurend. Oude cellen verdwijnen, nieuwe worden aangemaakt. Totdat men een jaar of 35 is neemt de botvoorraad toe en daarmee ook de stevigheid ervan. Daarna begint de afbraak te overheersen.

Bij vrouwen in de overgang voltrekt dit afbraakproces zich sneller. Vrouwen met een grote botvoorraad hebben minder last van het ontkalkingsproces dan vrouwen met een kleinere botvoorraad. In het eerste geval is immers veel bot aanwezig waarop kan worden ingeteerd. Daarom is het van belang een zo groot mogelijke botvoorraad vanaf jonge leeftijd op te bouwen door voldoende lichaamsbeweging en het gebruik van kalkrijke voeding.

De botmassa is voor 70 % een erfelijke kwestie, de overige 30 % hangt af van de leefstijl en lichamelijke conditie.